Elke student krijgt van de overheid elk kalenderjaar een pakket van 600 uur (het ‘contingent’) waarin de student minder sociale bijdragen betaalt dan een gewone werknemer.
Met de toepassing Student@work kan de student nagaan hoeveel uren hij/zij nog over heeft.
Meer dan 600 uur werken mag, maar dan worden de sociale bijdragen hoger vanaf het 601ste gewerkte uur en dan word je uitbetaald en gefactureerd als gewone werknemer.
Ook na de 600 uur blijf de student het studentenstatuut behouden en moet hij/zij dus een studentenovereenkomst hebben. Het enige verschil zit in de hoogte van de sociale bijdragen.
Werkt de student in de socioculturele sector of de sportsector onder de regeling voor verenigingswerk? Dan moeten zij ervoor zorgen dat ze niet meer dan 190 uur per jaar in dat systeem werken. Heeft de student al meer dan 190 uur onder de regeling voor verenigingswerk gewerkt wanneer hij/zij begint te werken als student, dan worden die bijkomende uren van je studentenuren afgetrokken. Je leest er meer over op de pagina ‘Regeling voor verenigingswerk’.